17 nov: Don Bosco in Ponta Grossa
In voorbereiding op de herdenking van de geboorte van Don Bosco, in 2015 tweehonderd jaar geleden, bezoekt een in een schrein bewaard beeld, gemaakt aan de hand van het doodsmasker van de heilige, alle 135 landen waar de Salesianen aanwezig zijn. De rechterhand en -onderarm worden in het beeld bewaard. Het stoffelijk overschot van de "heilige van Turijn", "opvoeder van de jeugd", "beschermheilige van de wezen", bevindt zich in de kathedraal van de Noord-italiaanse industriestad. Eergisteren vanuit Paraguai in Brazilië aangekomen, was het vandaag de beurt van Ponta Grossa om de schrein te ontvangen (van 13.00 uur tot morgen 08.00 uur). Ik kom nu net terug van de concelebratie waaraan opvallend veel jongeren en kinderen deelnamen.
Eigenlijk ben ik niet zo'n relikwieënman, maar bij Don Bosco ligt dat toch even anders. Zijn leven heeft grote indruk op mij gemaakt. Toen ik zeven jaar oud was, kwam er een Witte Pater op onze parochieschool over de missie in Afrika vertellen. Een indrukwekkende man met een grote, natuurlijk ook witte, baard, helemaal in het wit gekleed en met boeiende verhalen over dat verre en vreemde Afrika. Er was geen twijfel meer mogelijk. Ik wilde ook Witte Pater worden en thuis komende zei ik tegen mijn moeder dat ik daarom alleen nog maar melk en yoghurt wilde drinken. Twee of drie jaar later kwam er een andere religieus langs bij ons thuis. Nu weet ik dat die toen "roepingenpromotor" werden genoemd. Dat kwam zó: mijn zus Lidy bracht bij ons in de buurt een blaadje rond van een of andere religieuze orde. Ze had er geen zin meer in en beloofde mij de actentas die zij eens gekregen had, in ruil voor het rondbrengen van de blaadjes. Daar trapte ik mooi in. Maar toen kwam die broeder er ook achteraan. Tijdens zo'n thuisbezoek liet hij mij een prachting boek zien over het leven van Don Bosco. Toen hij mijn enthousiaste gezicht zag vroeg hij of ik het zou mogen hebben van mijn moeder. "Maar natuurlijk" was mijn antwoord, er niet bij stil staande dat er ook betaald zou moeten worden. Ik weet nog dat hij even naar de keuken liep om het aan mijn moeder te vragen en kwam terug met een positief antwoord. Niets meer dan normaal in mijn ogen, nog steeds niet denkende aan de financiële gevolgen. Ik weet dat het een plaatjesboek was en dat het nog steeds ergens in de familie moet zijn. Vele, vele malen heb ik het verslonden en kan nóg grote delen ervan, verhalen en plaatjes, voor mijn ogen halen. Dat was nog eens een moedige man die Don Bosco. Een uitnodiging om aan een kennismakingsweekeinde op het seminarie mee te maken bleef natuurlijk ook niet uit. Alleen de naam van de plaats van het seminarie was al indrukwekkend: 's-Heerenbergh, en helemaal aan de Duitse grens nog wel. Pas vele, vele jaren later kwam ik er achter dat het toen om de Salesianen ging. Ik vond het echter maar niets. Op de slaapzaal mocht je niet eens praten en gangen schrobben en afwassen deed in de onze slagerij thuis ook. Zij bleken ook niets in mij te zien. Wat was ik blij toen mijn ouders, samen met een bevriend echtpaar die een auto hadden, me 's-maandags op kwamen halen. Dat was dus niets voor mij. Maar Don Bosco heeft altijd een speciaal plekje in mijn hart behouden, en.... inmiddels ben ik bijna 25 jaar priester (2 maart 2010). Als het écht zo moet zijn........